Vol verbijstering kijk ik mee met de opstand en toestanden in Turkije. Jongeren die elke dag nieuwe dingen bedenken om hun ongenoegen op vreedzame maar vooral humoristische wijze kenbaar te maken. Opstaan voor hun geloof, hun visie, hun toekomst. Zou ik meegedaan hebben wanneer ik daar leefde? Zou ik opstaan voor de dingen waar ik in geloof? Zou ik vechten? Een tijd terug was een van de protestvormen daar om gewoon stokstijf stil te blijven staan om 6 uur in de avond. Voor stilstaan pakt de politie je daar op.
Mijn telefoon staat al een paar dagen op stil. Niet alleen op stil maar ook op niet storen. Ik heb tijd, rust en ruimte nodig. Gewoon voor mezelf. Voor het eerst sinds jaren merk ik dat ik dit nodig heb. Heb jaren op het standje overleven gestaan; de kinderen opvangen, het huishouden en leraar zijn. Door mijn contact met Mila ben ik erachter gekomen dat er ook nog een Chris is. Daar moet ik aan wennen. In mij is een revolutie gaande, eentje waar ik alleen van afweet. Het doet mij pijn dat ik Mila hierin niet kan meenemen. Maar dit moet ik echt even zelf doen. Het moment is aangebroken om niet meer stil te staan, maar vooruit te komen. Maar hoe raar het ook klinkt, daar is tijd voor nodig.