Het dochtertje van de overburen was jarig. Samen met Hannah en Ruben een taartje gegeten. Mooi om te zien hoe zo’n klein meisje nog blij is met de allerkleinste dingen. Ze heeft enorm gelachen toen Hannah een lachend gezichtje op een ballon getekend had.
Mijn gedachten dwaalden af. Hoe lang is mijn gevoel voor Mila nog veilig in de ballon waar ik ze in gestopt heb? Als die ballon knapt, dan komt al mijn verlangen naar buiten in een verliefdheid die mij te pakken zal nemen op een manier die ik nog nooit eerder gevoeld heb.
Mila vroeg me er laatst nog naar, hoe ik mijn gevoelens op een bepaalde manier ‘on hold’ kan zetten. Ze weet niet hoeveel moeite het me kost, hoeveel kracht en energie het van me vraagt om er niet aan toe te geven. Ik heb geprobeerd een voorbeeld te geven hoe ik in elkaar steek.
‘Stel je voor dat mijn gevoelens gaan van 0 tot 10. JIj hebt nu in die korte tijd mijn gevoelens in no time van o op 5 gebracht en ik doe mijn best om dat even zo te houden, maar alles in mijn wankelt wanneer je naar me lacht, wanneer je me uitdaagt, wanneer je mij tart. Mila, wanneer we over die fictieve grens van die vijf overgaan….dan kan ik niet anders dan voor je gaan. Wil je dat?’
Aan de andere kant, ik wil niet dat ze stopt met lachen naar me.
Ik schrik, de ballon van het buurmeisje is geknapt. Ze moet nog harder lachen, ze gooit haar hoofdje achterover in haar nek. Iedereen kijkt naar dit lieve kleine meisje. Ook zij zal later het hoofd op hol brengen van heel wat mannen.
Misschien ben ik mijn gevoel op een veilige manier aan het rationaliseren. ‘We zitten nu nog aan de veilige kant van just friends zijn. Ik vraag me af of dit ook echt zo is. Want als ik s’morgens mijn ogen open doe, denk ik aan Mila. En wanneer ik mijn bed weer in kruip, is ze nog steeds in mijn gedachten. Is dat vriendschap?